RvdW 2018/152
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Inhoud stukken niet ter kennis gebracht van (de advocaat van) betrokkene? Onredelijke vertraging procedure?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/04867
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:57, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1457, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Inhoud stukken niet ter kennis gebracht van (de advocaat van) betrokkene? Onredelijke vertraging procedure?
Partij(en)
19 januari 2018
Eerste Kamer
17/04867
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[betrokkene],wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE BIJ HET ARRONDISSEMENTSPARKET ROTTERDAM,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Bij verzoekschrift, ter griffie ...