RFR 2011/14
Civiel pensioenrecht. Is er sprake van ‘uitdrukkelijk’ uitsluiten in de zin van art. 11 Wvps, als bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen is bepaalde pensioenrechten niet te verrekenen?
HR 19-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN7893
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03266
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BN7893
- JCDI
JCDI:ADS875617:1
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Bijzondere onderwerpen pensioenen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN7893, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN7893, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑08‑2009
- Wetingang
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding art. 11
Essentie
Civiel pensioenrecht.
Is er sprake van ‘uitdrukkelijk’ uitsluiten in de zin van art. 11 Wvps, als bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen is bepaalde pensioenrechten niet te verrekenen?
Samenvatting
Partijen zijn in 2007 gescheiden. In art. 12 lid 1 en 2 van hun huwelijkse voorwaarden is opgenomen dat partijen bij ontbinding van het huwelijk een regeling moeten treffen over pensioenaanspraken en dat deze regeling wat betreft de pensioenrechten van de man uitsluitend van toepassing is op het extern verzekerde pensioen. Naast dit externe pensioen bouwde de man ook pensioen op in eigen beheer. Ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.