RvdW 2015/748
Vordering tot ongedaanmaking ontvangen prestaties op voet art. 6:271 BW; waardevergoeding op voet art. 6:272 BW. Samenloop gevorderde renteschade en wettelijke rente op voet art. 6:119 BW. Gevolg van niet-instellen incidenteel hoger beroep tegen vonnis in reconventie voor verweer in conventie.
HR 12-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1520
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juni 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/02402
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1520, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑04‑2014
- Wetingang
Art. 6:119, 6:271 BW
Essentie
Vordering tot ongedaanmaking ontvangen prestaties op voet art. 6:271 BW; waardevergoeding op voet art. 6:272 BW. Samenloop gevorderde renteschade en wettelijke rente op voet art. 6:119 BW. Gevolg van niet-instellen incidenteel hoger beroep tegen vonnis in reconventie voor verweer in conventie.
Op grond van zijn niet onbegrijpelijke uitleg van de overeenkomst heeft het hof kunnen oordelen dat op eiseres tot cassatie uit hoofde van art. 6:271 BW de verplichting is komen te rusten een gedeelte van het vooruit betaalde lesgeld aan verweerder in cassatie terug te betalen, nu de daar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.