12.4.3 Litispendentie en connexiteit

Het is niet uitgesloten dat een zaak eerst aan een scheidsgerecht wordt voorgelegd en vervolgens aan de gewone rechter of andersom. Als het geding een zelfde onderwerp van geschil betreft, hebben wij van doen met litispendentie. Betreft het niet een zelfde onderwerp van geschil, doch hangt het onderwerp van geschil in het geding bij het scheidsgerecht samen met het onderwerp van geschil in het geding bij de gewone rechter, dan gaat het om connexiteit. Ook in de verhouding tussen gewone rechter en arbiters kunnen zich gevallen van litispendentie en/of connexiteit voordoen. Bij litispendentie in de verhouding tussen gewone rechter en arbiters gaat het om de vraag wie (in eerste instantie) bevoegd is zich uit te laten over de vraag of een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat en wie als gevolg daarvan (als eerste) bevoegd is tot kennisneming van het geschil. Daarbij is met name van belang bij wie het geschil als eerste is aangebracht. Bij connexiteit zijn beide instanties bevoegd, doch gaat het met name om de vraag of één van de gedingen (hetzij bij de gewone rechter, hetzij bij arbiters) wordt aangehouden in afwachting van de beslissing in het parallelgeding. De litispendentie en connexiteit zijn aan de orde gekomen in de verhouding tussen arbiters en gewone rechter in 11.4.3.