Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849
Artikel 16 Opsporing van ontbrekende informatie over de initiator of de begunstigde
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De aanbieder van cryptoactivadiensten van de begunstigde voert doeltreffende procedures uit — indien nodig ook monitoring na of tijdens overdrachten — om op te sporen of de in artikel 14, leden 1 en 2, bedoelde informatie over de initiator en de begunstigde is opgenomen in of volgt op de overdracht of de blokoverdracht van cryptoactiva.
2.
In het geval van een overdracht van cryptoactiva vanuit een zelfgehost adres, verzamelt en bewaart de aanbieder van cryptoactivadiensten van de begunstigde de in artikel 14, leden 1 en 2, bedoelde informatie en zorgt deze ervoor dat de overdracht van cryptoactiva individueel kan worden geïdentificeerd.
Onverminderd de overeenkomstig artikel 19 ter van Richtlijn (EU) 2015/849 genomen specifieke risicobeperkende maatregelen, neemt de aanbieder van cryptoactivadiensten van de begunstigde, in het geval van een overdracht ten bedrage van meer dan 1 000 EUR vanuit een zelfgehost adres, passende maatregelen om te beoordelen of dat adres eigendom is van of onder zeggenschap staat van de begunstigde.
3.
Alvorens cryptoactiva over te maken aan de begunstigde, verifieert diens aanbieder van cryptoactivadiensten de juistheid van de in artikel 14, lid 2, bedoelde informatie over de begunstigde op basis van documenten, data of informatie uit een betrouwbare en onafhankelijke bron.
4.
De verificatie als bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel wordt geacht te zijn verricht indien aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan:
- a)
de identiteit van de begunstigde is geverifieerd overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn (EU) 2015/849, en de daarbij verkregen informatie is bewaard overeenkomstig artikel 40 van die richtlijn;
- b)
artikel 14, lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 is van toepassing op de begunstigde.