Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1009 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003
Artikel 38 Procedure op nationaal niveau voor het omgaan met EU-bemestingsproducten die een risico inhouden
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1009)
- Inwerkingtreding
15-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1009)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Indien de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een EU-bemestingsproduct een risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, voeren zij een beoordeling van het betrokken EU-bemestingsproduct uit in het licht van alle in deze verordening vastgestelde relevante eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken hiertoe op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.
Indien de markttoezichtautoriteiten bij de in de eerste alinea bedoelde beoordeling vaststellen dat het EU-bemestingsproduct niet aan de eisen van deze verordening voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij binnen een door de markttoezichtautoriteiten voorgeschreven redelijke termijn die evenredig is met de aard van het risico, alle passende corrigerende maatregelen neemt om het EU-bemestingsproduct met deze eisen in overeenstemming te brengen, het uit de handel te nemen of het terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de desbetreffende aangemelde instantie hiervan op de hoogte.
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede alinea van dit lid genoemde maatregelen.
2.
Indien de markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd.
3.
De marktdeelnemer zorgt ervoor dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken EU-bemestingsproducten die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
4.
Indien de desbetreffende marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun nationale markt aanbieden van het EU-bemestingsproduct te verbieden of te beperken, dan wel het EU-bemestingsproduct in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van die maatregelen op de hoogte.
5.
De in lid 4, tweede alinea, bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het niet-conforme EU-bemestingsproduct te identificeren en om de oorsprong van dat EU-bemestingsproduct, de aard van de veronderstelde niet-conformiteit en van het risico, de aard en de duur van de genomen nationale maatregelen, alsmede de door de betrokken marktdeelnemer aangevoerde argumenten in kaart te brengen. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de niet-conformiteit een van de volgende oorzaken heeft:
- a)
- b)
tekortkomingen in de geharmoniseerde normen waarnaar in artikel 13 wordt verwezen;
- c)
tekortkomingen in de in artikel 14 bedoelde gemeenschappelijke specificaties.
6.
Andere lidstaten dan de lidstaat die de procedure krachtens dit artikel in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van aanvullende informatie over de niet-conformiteit van het betrokken EU-bemestingsproduct waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het niet eens zijn met de genomen nationale maatregel.
7.
Indien binnen drie maanden na de ontvangst van de in lid 4, tweede alinea, bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de Commissie, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.
8.
De lidstaten zorgen ervoor dat ten aanzien van het betrokken EU-bemestingsproduct onverwijld passende beperkende maatregelen, zoals het uit de handel nemen van het EU-bemestingsproduct, worden genomen.
9.
De krachtens dit artikel opgelegde verplichtingen van de markttoezichtautoriteiten beletten de lidstaten niet om regelgeving vast te stellen voor bemestingsproducten die geen EU-bemestingsproducten zijn.