RvdW 2020/763
Art. 81 lid 1 RO. Erfrecht. Goederenrecht. Afwikkeling nalatenschap. Verdeling door de rechter; art. 3:185 lid 1 BW. Motiveringsklachten.
HR 12-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1042
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juni 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
19/02446
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1042, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:144, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2020
Partij(en)
[eiseres], eiseres tot cassatie, adv.: mrs. A.H. Vermeulen en A.H.H. Conradi-Vermeulen,
tegen
- 1.
[verweerder 1],te [woonplaats], Spanje,
- 2.
[verweerder 2],
- 3.
[verweerder 3],
verweerders in cassatie, hierna gezamenlijk: [verweerders], niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
Deze zaak betreft de rechterlijke verdeling ex art. 3:185 lid 1 BW van een nalatenschap tussen eiseres tot cassatie (hierna: [eiseres]) en haar broers, verweerders in cassatie (hierna: [verweerder 1], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.