NJB 2018/1450
Plicht tot ambtshalve oproeping van aangeefsters van verkrachtingen wanneer de rechter hun verklaringen voor het bewijs beoogt te gebruiken maar door of namens de verdachte niet is verzocht de aangeefsters als getuigen ter terechtzitting op te roepen? De Hoge Raad herhaalt HR 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1015, NJ 2017/440. In casu getuigt het oordeel van het hof dat de door de aangeefsters in het opsporingsonderzoek en in eerste aanleg in aanwezigheid van de verdediging ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaringen voor het bewijs kunnen worden gebruikt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is dat oordeel niet onbegrijpelijk
HR 03-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1055
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/06232
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1055, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:717, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2018
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Plicht tot ambtshalve oproeping van aangeefsters van verkrachtingen wanneer de rechter hun verklaringen voor het bewijs beoogt te gebruiken maar door of namens de verdachte niet is verzocht de aangeefsters als getuigen ter terechtzitting op te roepen? De Hoge Raad herhaalt HR 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1015, NJ 2017/440. In casu getuigt het oordeel van het hof dat de door de aangeefsters in het opsporingsonderzoek en in eerste aanleg in aanwezigheid van de verdediging ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaringen voor het bewijs kunnen worden gebruikt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is dat oordeel niet onbegrijpelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.