JAR 2017/118
Verkrijger moet opzegtermijn cao vervreemder hanteren bij bedrijfseconomisch ontslag ruim een jaar na overgang onderneming.
HvJ EU 06-04-2017, ECLI:EU:C:2017:276 (Unionen)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
6 april 2017
- Magistraten
Mrs. A. Borg Barthet, Tiende kamer, E. Levits
- Zaaknummer
C-336/15
- Roepnaam
Unionen
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
EU-recht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:276, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 06‑04‑2017
ECLI:EU:C:2017:77, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2017
- Wetingang
Art. 7:662, 7:663 BW; art. 3 Richtlijn 2001/23/EG
Essentie
Het Zweedse ISS heeft bij het ontslag om bedrijfseconomische redenen de dienstjaren van vier werknemers, vervult bij verschillende vervreemders, niet in aanmerking genomen. Op het tijdstip van de overgang van de dienstbetrekkingen van de vier werknemers naar ISS, waren de vervreemders gebonden door cao’s, waarin een verlengde opzegtermijn was opgenomen voor werknemer tussen 55-65 die ten minste tien opeenvolgende dienstjaren hadden vervuld. In rechte vordert de vakbond van de werknemers vergoeding voor de schade die is geleden door het niet inachtnemen van de verlengde opzegtermijn. Het Zweedse arbeidshof vraagt het HvJEU of artikel 3 van richtlijn 2001/23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.