NJB 2013/2258:Vervolg op HR 12 juli 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2381. Bewijslastverdeling. Bevrijdend verweer. Overeenkomst. Op basis van een exploitatie-overeenkomst exploiteert de ene partij een aan de andere partij toebehorende dekhengst. De overeenkomst bevat een regeling over de hoogte van het aan merriehouders in rekening te brengen dekgeld en over de verdeling daarvan tussen partijen. In dit geding twisten partijen over verleende kortingen op het dekgeld. HR: Het hof heeft – uitgaande van zijn aan de exploitatie-overeenkomst gegeven uitleg – miskend dat de door de exploitant betrokken stelling moet worden aangemerkt als een zelfstandig of bevrijdend verweer, en dat op grond van de hoofdregel van bewijslastverdeling op de exploitant de bewijslast rust van zijn stelling dat de verleende kortingen op het volgens de exploitatie-overeenkomst verschuldigde dekgeld stroken met hetgeen tussen partijen is overeengekomen.