Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/2.1:2.1 Inleiding
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/2.1
2.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS430808:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zesde Richtlijn 82/891/EEG van de Raad van 17 december 1982 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende splitsingen van naamloze vennootschappen PB L 378 van 31.12.1982, p. 47 – 54.
Derde Richtlijn 78/855/EEG van de Raad van 9 oktober 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende fusies van naamloze vennootschappen, PB L 295 van 20.10.1978, p. 36 – 43.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De Zesde richtlijn,1 in finale versie tot stand gekomen in 1982, vormt de basis voor wettelijke regelingen betreffende juridische splitsing van naamloze vennootschappen binnen de lidstaten van de Europese Unie (EU). De Zesde richtlijn ziet in beginsel alleen op splitsingen die zich afspelen binnen één lidstaat van de EU en niet (althans niet expliciet) op grensoverschrijdende splitsingen. De Zesde richtlijn harmoniseert de wettelijke regels omtrent splitsing in de lidstaten van de EU. De Zesde richtlijn heeft een semi-dwingend karakter (zie tevens paragraaf 2.2. en 2.3.). Vanwege dit semi-dwingende karakter zijn de wettelijke regelingen van de lidstaten van de EU, mits zij een regeling omtrent splitsing hebben opgenomen in hun wetgevingen, in grote lijnen geharmoniseerd. Als gevolg van die harmonisatie hebben de wettelijke regelingen omtrent splitsing in de lidstaten grotendeels dezelfde kenmerkende elementen.
Zoals vermeld in de Inleiding, speelt het nationale recht van een staat dat van toepassing is op een vennootschap – de lex societatis – die betrokken is bij een grensoverschrijdende splitsing een belangrijke rol. Dit geldt niet alleen voor grensoverschrijdende splitsingen waarbij louter één of meer vennootschappen zijn betrokken die door het recht van één of meer lidstaten van de EU worden beheerst, maar ook voor grensoverschrijdende splitsingen waarbij één of meerdere vennootschappen wordt of worden beheerst door het recht van één of meer lidstaten van de EU en één of meerdere vennootschappen door het recht van niet-lidstaten van de EU. Het nationale recht van een EU-lidstaat dat van toepassing is op een bij een grensoverschrijdende splitsing betrokken vennootschap is wat betreft de regeling omtrent juridische splitsing gebaseerd op en geharmoniseerd door middel van de Zesde richtlijn.
Vanwege het feit dat de nationale wetgevingen van de lidstaten van de EU wat betreft de regeling omtrent juridische splitsing gebaseerd zijn op de Zesde richtlijn, vormt de Zesde richtlijn een belangrijke basis voor grensoverschrijdende splitsingen, ook al ziet de Zesde richtlijn daar niet expliciet op. De regels van de Zesde richtlijn werken via het nationale recht van lidstaten dat van toepassing is op de bij de grensoverschrijdende splitsing betrokken vennootschappen door in de op grensoverschrijdende splitsingen toe te passen rechtsregels.
De Zesde richtlijn heeft niet een volledige harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten van de EU omtrent splitsingen tot gevolg gehad, omdat de Zesde richtlijn voor veel onderwerpen slechts een minimumharmonisatie voorschrijft dan wel omdat lidstaten krachtens de Zesde richtlijn de vrijheid hebben uit eigen beweging wettelijke bepalingen op te nemen, al dan niet binnen de mogelijkheden die de Zesde richtlijn daartoe biedt.
Omdat de Zesde richtlijn de basis vormt voor alle wetgevingen omtrent splitsingen in de lidstaten van de EU en de implementatie van de Zesde richtlijn in de nationale wetgevingen van de lidstaten tevens de verschillen tussen de nationale wetgevingen aan het licht kan brengen, is dit hoofdstuk over de Zesde richtlijn opgenomen.
In paragraaf 2.2 zal om te beginnen aandacht besteed worden aan de regels die richtlijnen in het algemeen kunnen bevatten omtrent de wijze van harmonisatie van nationale wetgevingen. Daarna zal de totstandkominggeschiedenis van de Zesde richtlijn behandeld worden (paragraaf 2.3.), inhoudende een bespreking van de geschiedenis van de Derde richtlijn betreffende fusie2, de Zesde richtlijn betreffende splitsing en twee richtlijnen, waarmee de Zesde richtlijn gewijzigd werd. Daarna zal het systeem van de Zesde richtlijn uiteengezet worden (paragraaf 2.4.), de belangrijkste kenmerken van splitsing in de zin van de Zesde richtlijn (paragraaf 2.5.) en de reikwijdte van de Zesde richtlijn (paragraaf 2.6.). In paragraaf 2.7. wordt de procedure tot splitsing behandeld. In paragraaf 2.8. komt het van kracht worden van een splitsing aan bod, gevolgd door de openbaarmaking van een splitsing in paragraaf 2.9. Ten slotte wordt in paragraaf 2.10. de nietigheid van een splitsing behandeld.