AB 2016/376
Of het EU-recht verplicht tot heroverweging dient niet uitsluitend beantwoord te worden middels de vier ‘voorwaarden’ uit het Kühne & Heitz-arrest.
Rb. Rotterdam 18-07-2016, ECLI:NL:RBROT:2016:5439, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
18 juli 2016
- Magistraten
Mrs. L.E.M. Wilbers-Taselaar, A. Douwes, A. Pahladsingh
- Zaaknummer
ROT 15/4945
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924626:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2016:5439, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 18‑07‑2016
- Wetingang
Art. 4:6 Awb; art. 2 lid 1 Wav
Essentie
Of het EU-recht verplicht tot heroverweging dient niet uitsluitend beantwoord te worden middels de vier ‘voorwaarden’ uit het Kühne & Heitz-arrest.
Samenvatting
In punt 51 van het arrest Arcor heeft het hof het in het arrest Kühne en Heitz neergelegde uitgangspunt herhaald dat overeenkomstig het rechtszekerheidsbeginsel het gemeenschapsrecht niet eist dat een bestuursorgaan in beginsel moet terugkomen op een besluit van een bestuursorgaan dat definitief is geworden na het verstrijken van een redelijke beroepstermijn of na uitputting van rechtsmiddelen. Indien het bestuursorgaan naar nationaal recht verplicht is een definitief geworden bestuursbesluit in te trekken wanneer dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.