Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/7.7.2:7.7.2 De rol van autoriteiten bij grensoverschrijdende fusie
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/7.7.2
7.7.2 De rol van autoriteiten bij grensoverschrijdende fusie
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS435833:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De vrijheid die lidstaten hebben de rol van de autoriteiten te bepalen bij juridische splitsing, hebben lidstaten ook bij juridische fusie (artikel 16 Richtlijn 2011/35/EU). Omdat deze vrijheid voor lidstaten kan leiden tot problemen bij grensoverschrijdende fusie, voorziet de Tiende richtlijn in artikel 10 en artikel 11 in enerzijds conflictregels betreffende de bevoegde autoriteiten bij grensoverschrijdende fusie en anderzijds regels van materieel recht betreffende de rol van autoriteiten bij grensoverschrijdende fusie.
De conflictregel is hierin gelegen dat (i) elke lidstaat een rechter, notaris of andere bevoegde instantie moet aanwijzen om toezicht uit te oefenen op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende fusie wat het gedeelte van de procedure betreft dat betrekking heeft op elke fuserende vennootschap die onder zijn nationale wetgeving ressorteert (artikel 10 lid 1 Tiende richtlijn) – bij een inbound- en een outbound-grensoverschrijdende fusie – en (ii) elke lidstaat een rechter, notaris of andere instantie aanwijst die bevoegd is om toezicht uit te oefenen op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende fusie wat het gedeelte van de procedure betreft dat betrekking heeft op de verwezenlijking van de grensoverschrijdende fusie – bij een inbound-grensoverschrijdende fusie – en, in voorkomend geval, de oprichting van een nieuwe uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap wanneer de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap onder zijn nationale wetgeving ressorteert (artikel 11 lid 1 Tiende richtlijn). Dat laatste geldt uiteraard alleen bij een inbound-grensoverschrijdende fusie.
De regel van materieel recht is hierin gelegen dat (i) in elke betrokken lidstaat de aangewezen instantie aan elke fuserende vennootschap die onder de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat ressorteert, een attest afgeeft waaruit afdoende blijkt dat de aan de fusie voorafgaande handelingen en formaliteiten correct zijn verricht – zowel bij een inbound- als outbound-grensoverschrijdende fusie – (artikel 10 lid 2 Tiende richtlijn) en (ii) de aangewezen instantie in de inbound-lidstaat zich er met name van vergewist dat de fuserende vennootschappen gemeenschappelijke voorstellen voor een grensoverschrijdende fusie van gelijke strekking hebben goedgekeurd en, in voorkomend geval, de regelingen met betrekking tot het medezeggenschap van de werknemers zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 16 Tiende richtlijn en toeziet op de oprichting van een nieuwe vennootschap.