PJ 2024/42
Een inwoner van de Filipijnen ontvangt een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden. De Hoge Raad oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is omdat de uitkering ten laste is gekomen van de winst van de verzekeringsmaatschappij.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.W.C. Feteris, M.T. Boerlage, A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/04346
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Noot
drs. E.A.P. Schouten CPC
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS948337:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2024
ECLI:NL:HR:2024:215, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:707, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑08‑2023
- Wetingang
Art. 18 lid 2 Verdrag Nederland-Filipijnen (Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Filipijnen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, Manilla, 9 maart 1989, Trb. 1989, nr. 57.)
Essentie
Een inwoner van de Filipijnen ontvangt een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden. De Hoge Raad oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is omdat de uitkering ten laste is gekomen van de winst van de verzekeringsmaatschappij.
Samenvatting
De belanghebbende woonde in 2016 in de Filipijnen en ontving in dat jaar een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden waarop Nederlandse loonheffing is ingehouden. De belanghebbende heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting aftrek ter voorkoming van dubbele belasting gevraagd voor de lijfrente-uitkering. De inspecteur achtte de lijfrente-uitkering belastbaar in Nederland. In geschil is of artikel 18 van het belastingverdrag met de Filipijnen Nederland toestaat de lijfrente-uitkering te ...