Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Artikel 27.02 Criteria en rekenmethode voor de stabiliteitsberekening van schepen die niet-vastgezette containers vervoeren
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Voor niet-vastgezette containers moet bij elke berekeningsmethode om de stabiliteit van het schip vast te stellen van de volgende criteria worden uitgegaan:
- a)
De metacentrumhoogte mag niet minder zijn dan 1,00 m.
- b)
Onder de gelijktijdige invloed van de middelpuntvliedende kracht bij het draaien van het schip, de winddruk en de vrije vloeistofoppervlakken mag de optredende slagzij niet meer zijn dan 5° en mag de zijde van het dek niet in het water komen.
- c)
De arm van het moment veroorzaakt door de middelpuntvliedende kracht bij het draaien van het schip wordt berekend volgens de formule:
In deze formule betekent:
cKZ coëfficiënt (cKZ = 0,04) [s2/m];
v de grootste snelheid van het schip ten opzichte van het water [m/s];
de hoogte van het gewichtszwaartepunt van het geladen schip boven de basis [m];
T' de diepgang van het geladen schip [m].
- d)
De arm van het moment veroorzaakt door de winddruk wordt berekend volgens de formule:
In deze formule betekent:
cKW coëfficiënt (cKW = 0,025) [t/m2];
A' het lateraal oppervlak van het geladen schip boven water [m2];
D' het deplacement van het geladen schip [t];
lW de afstand van het zwaartepunt van het lateraal oppervlak A' boven de waterlijn [m];
T' de diepgang van het geladen schip [m].
- e)
De arm van het moment veroorzaakt door de vrije vloeistofoppervlakken van regen- en restwater in het laadruim of de dubbele bodem wordt berekend volgens de formule:
In deze formule betekent:
cKfO coëfficiënt (cKfO) = 0,015 [t/m2];
b de breedte van het desbetreffende ruim of ruimgedeelte [m];1.
l de lengte van het desbetreffende ruim of ruimgedeelte [m];1.
D' het deplacement van het geladen schip [t].
- f)
Voor elke beladingstoestand moet met de halve voorraad aan brandstof en drinkwater worden gerekend.
2.
De stabiliteit van een met niet-vastgezette containers geladen schip wordt geacht voldoende te zijn wanneer de aanwezige gelijk aan of kleiner is dan volgens de volgende formules. Daarbij moet worden berekend voor verschillende verplaatsingen over het gehele diepgangsbereik.
- a)
Voor mag geen kleinere waarde dan (11,5 worden genomen 11,5 = 1/tan5°).
- b)
De kleinere waarde voor uit de formule a of b is doorslaggevend.
In deze formules betekent:
de maximaal toelaatbare hoogte van het gewichtszwaartepunt van het geladen schip boven de basis [m];
de hoogte van het metacentrum boven de basis [m] volgens de benaderingsformule in het derde lid;
F het voorhanden vrijboord op ½ van de lengte L [m];
Z coëfficiënt voor de middelpuntvliedende kracht bij het draaien van het schip
v de grootste snelheid van het schip ten opzichte van het water [m/s];
Tm gemiddelde diepgang [m];
hKW de arm van het moment veroorzaakt door de zijdelingse winddruk als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d [m];
hKfO som van de momenten veroorzaakt door de vrije vloeistofoppervlakken als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e [m].
3.
Benaderingsformule voor
Indien geen carènediagram ter beschikking is, kan voor de berekening volgens het tweede lid en artikel 27.03, tweede lid, de waarde van met behulp van bijvoorbeeld de onderstaande benaderingsformules worden berekend:
- a)
voor schepen met een pontonvorm
- b)
voor andere schepen
Voetnoten
Ruimgedeelten van vrije vloeistofoppervlakken ontstaan, indien door waterdichte langs- en/of dwars-verdelingen van elkaar onafhankelijke vrije vloeistofoppervlakken worden gevormd.
Ruimgedeelten van vrije vloeistofoppervlakken ontstaan, indien door waterdichte langs- en/of dwars-verdelingen van elkaar onafhankelijke vrije vloeistofoppervlakken worden gevormd.