RvdW 2010/1002
Ontneming voordeel dat verkregen zou zijn uit feit waarvan betrokkene is vrijgesproken.
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2562
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/04933
- Conclusie
Knigge
- LJN
BM2562
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM2562, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
Essentie
Ontneming voordeel dat verkregen zou zijn uit feit waarvan betrokkene is vrijgesproken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 maart 2008, nummer 23/003952-04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [Betrokkene=medeverdachte 2]. Adv. mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.