Einde inhoudsopgave
Besluit onroerende zaken omzetbelasting
6.3 Verlegging bij executoriale verkoop van onroerende zaken
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vrijstelling
Bij de executoriale verkoop van onder meer onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen1., wordt de btw-heffing bij een levering aan een ondernemer verlegd naar de afnemer.2. De verlegging geldt voor:
- 1.
De levering van in zekerheid gegeven onroerende zaken of rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen ‘tot executie van die zekerheid’.3. Bij deze levering gaat het met name om de volgende situaties:
- –
De verkoop door de hypotheekhouder van een onroerende zaak waarop een hypotheek rust.4. Deze verkoop vindt zowel binnen als buiten faillissement plaats.
- –
De verkoop door de curator van een onroerende zaak waarop een hypotheek rust, waarbij sprake is van een zogenoemde oneigenlijke lossing. Van oneigenlijke lossing is sprake als de curator in het faillissement van de eigenaar met de hypotheekhouder een overeenkomst tot onderhandse verkoop sluit waarbij de curator zich verbindt om namens de hypotheekhouder de onroerende zaak te verkopen.5. Daarnaast is sprake van oneigenlijke lossing als een dergelijke overeenkomst tussen de curator en de hypotheekhouder ontbreekt maar de hypotheekhouder heeft ingestemd met de verkoop van de onroerende zaak.6. Deze verkopen vinden plaats in het kader van een faillissement.
- –
De verkoop door de hypotheekgever van een onroerende zaak ingeval de hypotheekhouder door verzuim van de hypotheekgever gerechtigd is tot parate executie, waarbij de hypotheekgever met de hypotheekhouder is overeengekomen dat het goed waarop het zekerheidsrecht rust, onderhands wordt verkocht en met de opbrengst (een deel van) de schuld aan de hypotheekhouder wordt afgelost.7.
- 2.
De levering van een onroerende zaak of een recht waaraan deze is onderworpen op grond van een executoriale titel door de executieschuldenaar.8. Het gaat hier om de levering van een onroerende zaak op last van de schuldeiser die in het bezit is van een executoriale titel. Bij deze levering gaat het met name om:
- –
De verkoop van een onroerende zaak door degene die beslag heeft gelegd op die zaak en die met een gerechtelijke uitspraak (een executoriale titel) overgaat tot verkoop via een openbare veiling. Deze verkoop vindt plaats buiten een faillissement.
- –
De verkoop van een onroerende zaak door de ontvanger van de Belastingdienst die op de onroerende zaak beslag heeft gelegd. Het dwangbevel van de ontvanger vormt hierbij de executoriale titel.9.
- –
De verkoop van een onroerende zaak door de curator in een faillissement die verkoopt via een openbare veiling. De gerechtelijke faillissementsuitspraak vormt hierbij de executoriale titel.
De verlegging van de heffing geldt bij de executoriale verkoop van onroerende zaken die van rechtswege zijn belast (zoals bouwterreinen en nieuwe onroerende zaken). Verder wordt de heffing verlegd bij de executoriale verkoop van onroerende zaken waarbij partijen hebben geopteerd voor een belaste levering. De verleggingsregeling geldt ook als de veilingregeling10. (of de commissionairsbepaling11.) van toepassing is (zie echter de in § 6.4 opgenomen goedkeuring). De verlegging geldt dus ook in de relatie tussen veilinghouder/commissionair en de koper.12.
Voetnoten
De verleggingsregeling is alleen van toepassing als sprake is van een levering voor de btw.
Artikel 12, vijfde lid, van de wet, in samenhang met artikel 24ba, eerste lid, onderdelen d en e van het uitvoeringsbesluit.
Artikel 24ba, eerste lid, onderdeel d, van het uitvoeringsbesluit. De uitdrukking ‘levering van in zekerheid gegeven goederen door een belastingplichtige aan een andere persoon tot executie van die zekerheid’ betreft een autonoom Unierechtelijk begrip (HR 29 juni 2018, nr. 17/01880, ECLI:NL:HR:2018:1032, r.o. 2.4.5).
De hypotheekhouder oefent zijn recht van parate executie uit, d.w.z. dat hij verkoopt zonder voorafgaand beslag en zonder executoriale titel.
HR 25 februari 2011, nr. 10/01435, ECLI:NL:HR:2011:BO7109.
HR 15 maart 2013, nr. 11/01760, ECLI:NL:HR:2013:BZ4072.
HR 29 juni 2018, nr. 17/01880, ECLI:NL:HR:2018:1032.
Artikel 24ba, eerste lid, onderdeel e, van het uitvoeringsbesluit.
Artikel 4:116 Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3, vijfde lid, van de wet.
In situaties waarin de verleggingsregeling niet geldt, is in bepaalde gevallen het sinds 1 januari 2018 geldende artikel 42d van de Invorderingswet 1990 van toepassing.