NJB 2019/2635:Beklag aangaande beslag in het geval dat (bij onherroepelijke beslissing) door de strafrechter ingevolge art. 353 Sv lid 2 onder c Sv de bewaring van het inbeslaggenomen geldbedrag ten behoeve van de rechthebbende is gelast en waarin een derde een klaagschrift heeft ingediend strekkende tot teruggave, art. 552a Sv: de beklagrechter dient dan te beoordelen of die derde redelijkerwijs moet worden aangemerkt als de rechthebbende ten behoeve van wie de strafrechter de bewaring heeft gelast. Het Hof heeft deze maatstaf juist toegepast. Het hof kon in casu bovendien oordelen dat de klaagster niet redelijkerwijs als de rechthebbende van het geldbedrag kan worden aangemerkt