Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013
Artikel 4 Specifieke doelstellingen van het ESF+
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het ESF+ ondersteunt de volgende specifieke doelstellingen op de beleidsgebieden werkgelegenheid en arbeidsmobiliteit, onderwijs, sociale inclusie, onder meer door bij te dragen aan het uitbannen van armoede, en aldus ook door bij te dragen aan de in artikel 5, punt d), van de Verordening (EU) 2021/1060 bedoelde beleidsdoelstelling ‘Een socialer en inclusiever Europa — Uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten’:
- a)
verbeteren van de toegang tot werk en activeringsmaatregelen voor alle werkzoekenden, met name jongeren, vooral door de jongerengarantie uit te voeren, voor langdurig werklozen en voor kansarme groepen op de arbeidsmarkt, en voor inactieven, en door zelfstandig ondernemerschap en de sociale economie te bevorderen;
- b)
moderniseren van de arbeidsmarktinstellingen en -diensten om behoeften aan vaardigheden te beoordelen en erop te anticiperen en om tijdige en op maat gesneden bijstand en steun te verlenen voor een betere afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en voor overgangen en mobiliteit op de arbeidsmarkt;
- c)
bevorderen van een genderevenwichtige arbeidsmarktparticipatie, gelijke arbeidsvoorwaarden en een betere balans tussen werk en privéleven, onder meer door toegang tot betaalbare kinderopvang en zorg voor afhankelijke personen;
- d)
bevorderen van de aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen, van actief en gezond ouder worden en van een gezonde en voldoende aangepaste werkomgeving met aandacht voor gezondheidsrisico's;
- e)
onderwijs- en opleidingsstelsels kwalitatiever, inclusiever, doeltreffender en relevanter voor de arbeidsmarkt maken, onder meer door niet-formeel en informeel leren te valideren, het verwerven van sleutelcompetenties, onder meer ondernemers- en digitale vaardigheden, ondersteunen en het bevorderen van de invoering van duale opleidingsstelsels en leerlingplaatsen;
- f)
bevorderen van de gelijke toegang tot en de voltooiing van kwalitatieve en inclusieve voorzieningen voor onderwijs en opleiding — vooral voor kansarme groepen — vanaf voor- en vroegschoolse educatie en opvang via algemeen onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding tot tertiair onderwijs, evenals volwassenenonderwijs en -opleiding, onder meer door de leermobiliteit voor iedereen en de toegang voor personen met een handicap te vergemakkelijken;
- g)
bevorderen van een leven lang leren, met name flexibele bij- en herscholingsmogelijkheden voor iedereen op het gebied van ondernemers- en digitale vaardigheden, beter anticiperen op veranderingen en nieuwe vereisten inzake vaardigheden op basis van de behoeften van de arbeidsmarkt, versoepelen van loopbaanovergangen en bevorderen van beroepsmobiliteit;
- h)
bevorderen van actieve inclusie met het oog op gelijke kansen, non-discriminatie en actieve participatie, en verbeteren van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, met name voor kansarme groepen;
- i)
bevorderen van de sociaaleconomische integratie van onderdanen van derde landen, met inbegrip van migranten;
- j)
bevorderen van de sociaaleconomische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals Roma;
- k)
de gelijke en tijdige toegang tot hoogwaardige, duurzame, en betaalbare diensten verbeteren, met inbegrip van diensten die de toegang tot huisvesting en persoonsgerichte zorg, waaronder gezondheidszorg, bevorderen; moderniseren van de stelsels voor sociale bescherming, onder meer door de toegang tot sociale bescherming te bevorderen, met bijzondere aandacht voor kinderen en kansarme groepen; verbeteren van de toegankelijkheid voor onder meer personen met een handicap, en van de doeltreffendheid en veerkracht van de stelsels voor gezondheidszorg en langdurige zorg;
- l)
bevorderen van de sociale integratie van mensen die risico lopen op armoede of sociale uitsluiting, onder meer de meest behoeftige personen en kinderen;
- m)
bestrijden van materiële deprivatie door middel van voedselhulp en/of materiële basishulp aan de meest behoeftige personen, onder meer kinderen, en aanreiken van begeleidende maatregelen voor hun sociale inclusie.
2.
Via de in het kader van het ESF+-onderdeel in gedeeld beheer uitgevoerde maatregelen ter verwezenlijking van de in lid 1 van dit artikel bedoelde specifieke doelstellingen probeert het ESF+ ook bij te dragen tot andere in artikel 5 van Verordening (EU) 2021/1060 vermelde beleidsdoelstellingen, en met name tot de doelstellingen die verband houden met:
- a)
een slimmer Europa via de ontwikkeling van vaardigheden voor slimme specialisatie, vaardigheden voor sleuteltechnologieën, de industriële overgang, sectorale samenwerking rond vaardigheden en ondernemerschap, de opleiding van onderzoekers, netwerkactiviteiten en partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs, instellingen voor school- en beroepsopleiding, onderzoeks- en technologiecentra, bedrijven en clusters, en steun voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en de sociale economie;
- b)
een groener en koolstofarm Europa via de verbetering van de onderwijs- en opleidingsstelsels die nodig is voor de aanpassing van vaardigheden en kwalificaties, de bijscholing van iedereen, onder wie de beroepsbevolking, en de creatie van nieuwe banen in sectoren die verband houden met milieu, klimaat, energie, de circulaire economie en de bio-economie.
3.
Indien strikt noodzakelijk als tijdelijke maatregel om te reageren op uitzonderlijke en ongewone omstandigheden als bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2021/1060, en beperkt tot een periode van 18 maanden kan het ESF+ steun verlenen aan:
- a)
de financiering van regelingen voor arbeidsduurvermindering, zonder dat deze worden gecombineerd met actieve maatregelen;
- b)
toegang tot gezondheidszorg, ook voor mensen die op sociaaleconomisch vlak niet acuut kwetsbaar zijn.
4.
Indien de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaten vaststelt dat aan de in lid 3 vastgelegde voorwaarden is voldaan, stelt zij een uitvoeringsbesluit vast tot nadere bepaling van de periode waarin de tijdelijke aanvullende steun uit het ESF+ is toegestaan.
5.
De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van lid 3 van dit artikel en beoordeelt of de tijdelijke aanvullende steun uit het ESF+ volstaat om het gebruik van steun uit het ESF+ in reactie op de uitzonderlijke of ongewone omstandigheden te vergemakkelijken. Op basis van haar beoordeling doet de Commissie, wanneer dit wenselijk is, voorstellen tot wijziging van deze verordening, met inbegrip van de in artikel 7 uiteengezette vereisten inzake thematische concentratie, met uitzondering van het in artikel 7, leden 5 en 6, gepreciseerde vereiste inzake thematische concentratie.