Einde inhoudsopgave
Besluit onroerende zaken omzetbelasting
4.1 Begrip ‘levering’
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vrijstelling
De levering van een goed doet zich onder meer voor bij de overdracht of de overgang van de macht om als eigenaar over dat goed te beschikken.1. Het begrip "goederen" omvat onder andere onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen.2.
De overdracht van een appartementsrecht dat een gesplitst eigendom betreft, leidt tot de overgang van de macht om over een onroerende zaak te beschikken en wordt voor de btw hetzelfde behandeld als de levering van een onroerende zaak.3. Dat geldt ook als het appartementsrecht ziet op een nog te bouwen gebouw. Daarentegen valt de vestiging e.d. van een appartementsrecht op een erfpachtrecht of een opstalrecht onder artikel 3, tweede lid, van de wet. Afhankelijk van de hoogte van de vergoeding is voor dit appartementsrecht dan sprake van een levering of een dienst.
De toekenning van lidmaatschapsrechten in een coöperatieve flatvereniging is geen levering, maar een dienst, omdat de lidmaatschapshouder niet als eigenaar over de betrokken flat kan beschikken.4.
Het komt regelmatig voor dat leveringen van onroerende zaken over meerdere schakels lopen. Als sprake is van drie partijen wordt veelal de uitdrukking ‘ABC-levering’ gebruikt om aan te geven dat de koopovereenkomsten tussen A-B en B-C worden afgewikkeld door een rechtstreekse juridische levering van A aan C. Er kunnen ook meerdere tussenschakels zijn. Als zich geen economische eigendomsoverdracht voordoet in de tussenschakels dan verkrijgt C voor de overdrachtsbelasting uitsluitend van A (schakel A-C).5. Voor de btw kan de levering echter via de schakels (A-B en B-C) plaatsvinden, door toepassing van artikel 3, vierde lid, van de wet bij de doorverkoop van eenzelfde onroerend goed. Voor de btw is dan geen sprake van een levering van A aan C, maar van A aan B en van B aan C. Beide transacties moeten dan voor de btw op hun eigen merites worden beoordeeld. Als A bijvoorbeeld voor zijn transactie niet optreedt als ondernemer voor de btw of de transactie tegen een symbolische vergoeding plaatsvindt, dan blijft de levering van A aan B buiten de heffing van btw, terwijl de levering van B aan C tegen commerciële condities regulier onderworpen is aan btw-heffing.6.
Voetnoten
Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet.
Met uitzondering van hypotheek en grondrente, zie artikel 3, tweede lid, van de wet.
HR 19 oktober 2018, nrs. 17/02608 en 17/02609, ECLI:NL:HR:2018:1966, HR 29 mei 2015, nr. 13/02651, ECLI:NL:HR:2015:1355 en HR 8 maart 2013, nr. 12/02061, ECLI:NL:HR:2013:BZ3574.
Voor de overdrachtsbelasting is dan onder voorwaarden voorzien in een goedkeuring voor toepassing van de samenloopvrijstelling bij de juridische eigendomsverkrijging door C. Zie § 2.2.10 van het besluit ‘Overdrachtsbelasting en omzetbelasting. Samenloop’ van 16 maart 2017, nr. 2017-51500 (Stcrt. 2017, 16579).