Inhoudsopgave
TPWS 2015/19:Het recht belastende getuigen in strafzaken te ondervragen. Verschillen tussen de Straatsburge jurisprudentie en het Nederlandse strafrecht
TPWS 2015/19
Het recht belastende getuigen in strafzaken te ondervragen. Verschillen tussen de Straatsburge jurisprudentie en het Nederlandse strafrecht
Documentgegevens:
B. de Wilde, datum 13-08-2015
- Datum
13-08-2015
- Auteur
B. de Wilde1
- JCDI
JCDI:ADS169508:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze bijdrage wordt uiteengezet welke verschillen kunnen worden vastgesteld tussen de EHRM-jurisprudentie over het recht belastende getuigen in strafzaken te ondervragen (art. 6 lid 3 sub d EVRM) en het Nederlandse strafrecht. Eerst wordt beschreven op welke manier kan worden beoordeeld of het ondervragingsrecht is gerespecteerd. Vervolgens worden de verschillende aspecten van die beoordeling afzonderlijk belicht. Hoewel veel overeenkomsten kunnen worden vastgesteld tussen de Straatsburgse en Nederlandse jurisprudentie, ligt de nadruk in deze bijdrage op de verschillen.
1. Inleiding
Wie denkt aan het recht getuigen in strafzaken te ondervragen, denkt al snel aan de ingewikkelde kwestie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.