Gst. 2021/117
Bewezenverklaring valsheid in geschrift ontoereikend gemotiveerd.
HR 08-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:801, m.nt. B. van der Vorm
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/00430
- Noot
B. van der Vorm
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS287451:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / BIBOB
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:801, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:350, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2020
- Wetingang
(Art. 225 Sr)
Essentie
Bewezenverklaring valsheid in geschrift ontoereikend gemotiveerd.
Samenvatting
De tenlastelegging is toegesneden op artikel 225 Sr. Daarom moet worden aangenomen dat de in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende woorden ‘valselijk heeft opgemaakt’ zijn gebruikt in de betekenis die die woorden hebben in die bepaling. In de bewoordingen ‘valselijk opgemaakt’ ligt besloten dat de verdachte opzet moet hebben gehad op het valselijk opmaken van een geschrift. Uit de bewijsvoering kan, mede in het licht van het gevoerde verweer – in het bijzonder wat is aangevoerd over de (naderhand door de gemeente aangepaste) vraagstelling van het formulier – niet zonder meer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.