IER 2018/56
Spin Master/High5
HR 02-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2027, m.nt. S.J. Schaafsma
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2018
- Magistraten
E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak en H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/03722
- Conclusie
A-G G.R.B. Van Peursem
- Noot
S.J. Schaafsma
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS36140:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:743, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2020
ECLI:NL:HR:2018:2027, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:957, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Spin Master/High5
Samenvatting
Cassatieberoep in het belang der wet. Is de voorzieningenrechter in Den Haag binnen Nederland exclusief bevoegd ter zake van inbreuk op Gemeenschapsmodellen, of kan men ook terecht bij andere voorzieningenrechters in den lande? HR stelt prejudiciële vraag aan Hof van Justitie EU over art. 90 GModVo.
Partij(en)
Arrest
Op een vordering tot cassatie in het belang der wet, ingesteld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden en gericht tegen het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 januari 2017, zaaknummer C13/620280/KG ZA 16-147, ECLI:NL:RBAMS:2017:298.