Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 2a.15 [Defensie en veiligheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Stb. 2016, 241 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken: 34329)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
1.
In afwijking van de artikelen 2a.1 tot en met 2a.3 is het bepaalde bij of krachtens deel 2a van deze wet niet van toepassing op concessieopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid als bedoeld in de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied waarvoor specifieke procedurevoorschriften van toepassing zijn:
- a.
uit hoofde van een tussen het Koninkrijk der Nederlanden al dan niet tezamen met een of meer lidstaten van de Europese Unie en één of meer derde landen gesloten internationale overeenkomst of regeling;
- b.
uit hoofde van een in verband met de legering van strijdkrachten gesloten internationale overeenkomst of regeling die betrekking heeft op ondernemingen in een lidstaat of in een derde land;
- c.
van een internationale organisatie die aankopen doet voor eigen doeleinden of op concessieopdrachten die door een lidstaat overeenkomstig deze voorschriften moeten worden gegund.
2.
Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is van toepassing op de plaatsing van concessies op het gebied van defensie en veiligheid, bedoeld in de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, met uitzondering van:
- a.
concessieopdrachten waarbij de toepassing van de regels van deel 2a een lidstaat ertoe zou verplichten informatie te verstrekken waarvan de openbaarmaking naar zijn opvatting strijdig is met zijn wezenlijke veiligheidsbelangen, of indien de aanbesteding en de uitvoering van de opdracht geheim zijn verklaard of gepaard moeten gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, op voorwaarde dat de lidstaat heeft vastgesteld dat de betrokken essentiële belangen niet kunnen worden gewaarborgd met minder ingrijpende maatregelen, zoals die als bedoeld in derde lid;
- b.
concessieopdrachten die worden geplaatst in het kader van een samenwerkingsprogramma als bedoeld in artikel 13, onderdeel c, van richtlijn 2009/81/EG;
- c.
concessieopdrachten die door een regering aan een andere regering gegund zijn voor werken en diensten die betrekking hebben op de levering van militair materiaal of gevoelig materiaal, of werken en diensten specifiek bedoeld voor militaire diensten, of gevoelige werken en gevoelige diensten;
- d.
concessieopdrachten gegund in een derde land, wanneer strijdkrachten zijn ingezet buiten het grondgebied van de Europese Unie, als de operationele omstandigheden vereisen dat de overeenkomsten worden gesloten met ondernemers die in het operatiegebied zijn gevestigd;
- e.
concessieopdrachten die anderszins krachtens deel 2a zijn vrijgesteld.
3.
Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is niet van toepassing op concessieopdrachten die niet anderszins op grond van het tweede lid zijn uitgezonderd, voor zover de bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van een lidstaat niet kan worden gewaarborgd door minder ingrijpende maatregelen, bijvoorbeeld door eisen te stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie die de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in een aanbestedingsprocedure overeenkomstig deel 2a van deze wet beschikbaar stelt.