NJB 2014/1970
Belanghebbendheid in de zin van art. 8:104 Awb kan zijn ontstaan na het nemen van het besluit waarop het hoger beroep betrekking heeft
ABRvS 15-10-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3669
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
15 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. Vlasblom, Troostwijk, Hent
- Zaaknummer
201308522/1/A3
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:3669, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 15‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Belanghebbendheid in de zin van art. 8:104 Awb kan zijn ontstaan na het nemen van het besluit waarop het hoger beroep betrekking heeft
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant A], [appellant B] en de vereniging [CVAH] vs. de uitspraak van Rechtbank Amsterdam van 25 juli 2013 in zaak nr. 12/5642 in het geding tussen: [Biolicious Yburg, verzoeker rechtbank B, V.o.f. Dos Mundos, Brilservice IJburg BV en anderen] en het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost (…).
Uitspraak
(…)
2.
Ingevolge artikel 3.3, tweede lid, van [de Verordening op de straathandel 2008 (hierna: de Vos)] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.