JOW 2020/44
soortgelijke en andere feiten onschuldpresumptie, voldoende aanwijzingen
HR 29-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1523
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 2020
- Magistraten
Mrs. De Hullu, Buruma, Van de Griend, Borgers, Röttgering
- Zaaknummer
18/00794
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1523, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:861, Conclusie, Hoge Raad, 16‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
Onschuldpresumptie en de voldoende aanwijzingen van art. 36e lid 2 Sr
Samenvatting
Art. 6 lid 1 EVRM is van toepassing op de ontnemingsprocedure van art 36eSr, dit houdt in dat de in art. 6 lid 2 EVRM gewaarborgde presumptie van onschuld ook in de ontnemingsprocedure moet worden gerespecteerd. Omdat de ontnemingsprocedure een ander karakter heeft dan de strafprocedure, gelden in de ontnemingsprocedure andere regels van procesrecht dan in de strafprocedure.
Art. 6 EVRM belemmert niet dat de rechter in de ontnemingsprocedure gebruik maakt van bewijsrechtelijke vermoedens en dat de bewijslast inzake de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.