NJB 2019/2785:Een assurantiekantoor heeft zijn bedrijfsactiva en vorderingen verpand aan de bank. Het assurantiekantoor gaat failliet. De curator verkoopt de assurantieportefeuille en de daaraan verbonden goodwill aan een derde. De bank vordert afdracht van de verkoopopbrengst op de grond dat de assurantieportefeuille aan haar is verpand. Hoge Raad: Een assurantieportefeuille is niet een goed in de zin van art. 3:1 BW en is daarom niet vatbaar voor overdracht of verpanding

NJB 2019/2785

Een assurantiekantoor heeft zijn bedrijfsactiva en vorderingen verpand aan de bank. Het assurantiekantoor gaat failliet. De curator verkoopt de assurantieportefeuille en de daaraan verbonden goodwill aan een derde. De bank vordert afdracht van de verkoopopbrengst op de grond dat de assurantieportefeuille aan haar is verpand. Hoge Raad: Een assurantieportefeuille is niet een goed in de zin van art. 3:1 BW en is daarom niet vatbaar voor overdracht of verpanding

Documentgegevens:

HR 06-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1909

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 6 december 2019
Magistraten: Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
Zaaknummer: 18/02869
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Goederenrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Verzekeringsrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:1909, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:786, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2018
Wetingang: (art. 3:1, 3:2, 3:6, 3:227 lid 1, art. 3:228 BW; art. 4:103 lid 4 Wft; art. 398, aanhef en onder 2°, Rv)

Essentie

Een assurantiekantoor heeft zijn bedrijfsactiva en vorderingen verpand aan de bank. Het assurantiekantoor gaat failliet. De curator verkoopt de assurantieportefeuille en de daaraan verbonden goodwill aan een derde. De bank vordert afdracht van de verkoopopbrengst op de grond dat de assurantieportefeuille aan haar is verpand. Hoge Raad: Een assurantieportefeuille is niet een goed in de zin van art. 3:1 BW en is daarom niet vatbaar voor overdracht of verpanding

Partij(en)

ING Bank, adv. mr. B.T.M. van der Wiel, vs. mr. J.M.A.J. Thielen q.q., curator in het faillissement van de vof, adv. mr. J.H.M. van Swaaij. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.