NJB 2011/1825:Loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid. Re-integratie. Geen tweede 104-wekentermijn. Een werknemer raakt in 1998 arbeidsongeschikt voor de bedongen arbeid. Vervolgens verricht hij andere (passende) werkzaamheden voor de werkgever. Vanaf mei 2009 verricht hij geen werkzaamheden meer. De werkgever zet in mei 2009 de loonbetaling stop zonder (wederom) de 104-wekentermijn van art. 7:629 lid 1 BW te hanteren. HR: Indien de werknemer als gevolg van de re-integratie andere (passende) werkzaamheden is gaan verrichten, zonder dat de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden, en hij na afloop van de periode van 104 weken opnieuw door ziekte uitvalt, is de werkgever niet gehouden (wederom) diens loon door te betalen.

NJB 2011/1825

Loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid. Re-integratie. Geen tweede 104-wekentermijn. Een werknemer raakt in 1998 arbeidsongeschikt voor de bedongen arbeid. Vervolgens verricht hij andere (passende) werkzaamheden voor de werkgever. Vanaf mei 2009 verricht hij geen werkzaamheden meer. De werkgever zet in mei 2009 de loonbetaling stop zonder (wederom) de 104-wekentermijn van art. 7:629 lid 1 BW te hanteren. HR: Indien de werknemer als gevolg van de re-integratie andere (passende) werkzaamheden is gaan verrichten, zonder dat de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden, en hij na afloop van de periode van 104 weken opnieuw door ziekte uitvalt, is de werkgever niet gehouden (wederom) diens loon door te betalen.

Documentgegevens:

HR 30-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8134

Instantie: Hoge Raad
Datum: 30 september 2011
Magistraten: E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
Zaaknummer: 10/03887
Conclusie: A-G mr. J. Spier
LJN: BQ8134
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BQ8134, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ8134, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑06‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑08‑2010
Wetingang: BW art. 6:248 lid 1, art. 7:628 en 7:629 lid 1 en 10

Essentie

Loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid. Re-integratie. Geen tweede 104-wekentermijn. Een werknemer raakt in 1998 arbeidsongeschikt voor de bedongen arbeid. Vervolgens verricht hij andere (passende) werkzaamheden voor de werkgever. Vanaf mei 2009 verricht hij geen werkzaamheden meer. De werkgever zet in mei 2009 de loonbetaling stop zonder (wederom) de 104-wekentermijn van art. 7:629 lid 1 BW te hanteren.

HR: Indien de werknemer als gevolg van de re-integratie andere (passende) werkzaamheden is gaan verrichten, zonder dat de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden, en hij na afloop van de periode van 104 weken opnieuw door ziekte uitvalt, is de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.