Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/5.8.4:5.8.4 Afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/5.8.4
5.8.4 Afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS510874:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Art. 1021 Rv is mede bedoeld om zeker te stellen dat daadwerkelijk afstand is gedaan van het recht op toegang tot de bij de wet ingestelde gerechten als bedoeld in art. 6 EVRM en art. 17 Grondwet (zie ook 8.2.4). Ingevolge art. 6 EVRM moet afstand van dit recht op toegang vrijwillig en ondubbelzinnig geschieden. Art. 6 EVRM geldt ook voor de arbitrageovereenkomst als daarmee afstand van het recht op toegang wordt gedaan (zie 3.3.1). Omdat met name de eis dat afstand ondubbelzinnig geschiedt (veelal) niet gelijk zal lopen met de eisen die gelden voor wilsovereenstemming voor de hoofdovereenkomst, kan ook op dit punt een scheiding tussen hoofd- en arbitrageovereenkomst bestaan.