V-N Vandaag 2012/1640
Muziekstichting is door concurrentiepositie Vpb-plichtig
HR 22-06-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BR6294
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2012
- Magistraten
vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, P.M.F. van Loon, M.A. Fierstra en R.J. Koopman
- Zaaknummer
10/03228
- LJN
BR6294
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BR6294, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BR6294, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2012
- Wetingang
art. 2 Wet VPB 1969; art. 4; art. 6
Essentie
Volgens de Hoge Raad geeft het hofoordeel, dat belanghebbende (potentieel) in concurrentie treedt als bedoeld in art. 4, onderdeel a, Wet Vpb 1969, geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Samenvatting
Stichting X organiseert ieder jaar een tweedaags rhythm-and-bluesfestival om deze muziek meer bekendheid te geven. In geschil is de Vpb-aanslag over 2005. Rechtbank Breda oordeelt dat X - gelet op de behaalde exploitatieoverschotten - Vpb-plichtig is. X is echter vrijgesteld op grond van art. 6 Wet Vpb 1969, aangezien zij een algemeen maatschappelijk belang nastreeft. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.