NJB 2016/1959
Cassatie in het belang der wet ter opheldering van de onduidelijkheid die in de praktijk blijkt te bestaan over de regelgeving betreffende de PIJ-maatregel. De Hoge Raad gaat onder meer in op de totale duur, gevallen waarin de termijn niet loopt en de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, op het moment dat heeft te gelden als moment waarop de maatregel voorwaardelijk is beëindigd, en op het stellen van bijzondere voorwaarden voorafgaand aan de voorwaardelijke beëindiging
HR 11-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2297
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/00914
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2297, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:560, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet ter opheldering van de onduidelijkheid die in de praktijk blijkt te bestaan over de regelgeving betreffende de PIJ-maatregel. De Hoge Raad gaat onder meer in op de totale duur, gevallen waarin de termijn niet loopt en de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, op het moment dat heeft te gelden als moment waarop de maatregel voorwaardelijk is beëindigd, en op het stellen van bijzondere voorwaarden voorafgaand aan de voorwaardelijke beëindiging
Uitspraak
Inleiding:
Cassatie in het belang der wet. De vordering van de advocaat-generaal houdt omtrent de procesgang het volgende in: ‘5. Bij vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.