Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.11.3 Aanvraag tot subsidieverlening
Geldend
Geldend van 15-11-2022 tot 31-12-2025
- Bronpublicatie:
08-11-2022, Stcrt. 2022, 29832 (uitgifte: 11-11-2022, regelingnummer: WJZ/ 22101934)
- Inwerkingtreding
15-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2022, Stcrt. 2022, 29832 (uitgifte: 11-11-2022, regelingnummer: WJZ/ 22101934)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onverminderd artikel 2.9, derde lid, bevat een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringsproject als bedoeld in artikel 4.11.2, eerste lid, ten minste:
- a.
een verklaring van de subsidieaanvrager dat de investering of investeringen niet in strijd is respectievelijk zijn met het bestemmingsplan van de gemeente waarbinnen zich de grond, bedoeld in artikel 4.11.2, eerste lid, onderdelen a of b bevindt;
- b.
informatie over of reeds door een bestuursorgaan of de Europese Commissie subsidie verstrekt is voor dezelfde investering of dezelfde combinatie van investeringen of een onderdeel daarvan op dezelfde locatie;
- c.
een verklaring dat de desbetreffende investering niet gebruikt zal worden om te voldoen aan de herbeplantingsplicht, bedoeld in artikel 4.3 van de Wet natuurbescherming, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een investering in een solitaire boom, bomenrij, boomgroep, houtwal of heg als bedoeld in artikel 4.11.2, tweede lid, onderdelen f tot en met j.
2.
Onverminderd artikel 2.9, vierde lid:
- a.
bevat het projectplan, waarvan de aanvraag tot subsidieverlening vergezeld gaat:
- 1°
de benaming van elke investering en de bijbehorende kenmerken hiervan;
- 2°
een kaart van de beoogde locatie, waarop wordt aangegeven waar elke beoogde investering geplaatst wordt;
- b.
gaat de aanvraag tot subsidieverlening vergezeld van:
- 1°
een kopie van drie offertes met daarin de naam van de investering of investeringen met bijhorende kenmerken en de totale kosten voor deze investering of investeringen;
- 2°
een berekening van de verwachte reductie van de emissie van CO2 die met een investering behaald wordt, indien het een investering als bedoeld in artikel 4.11.2, vierde lid, betreft.
3.
Voor de berekening van de verwachte reductie van emissie van CO2, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, wordt gebruik gemaakt van het rekenmodel SOMERS 1.0 zoals dat beschikbaar is via www.nobveenweiden.nl tijdens de openstellingsperiode waarin de aanvraag tot subsidieverlening is ingediend.