RSV 2021/35
Rijnvarendenovereenkomst voorziet niet in voorlopige toepassing van een wetgeving en bij toepassing van deze overeenkomst gelden niet de procedurevoorschriften van Vo 987/2009.
CRvB 05-11-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:2748
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
5 november 2020
- Magistraten
Mrs. A. van Gijzen, M.A.H. van Dalen-van Bekkum, M. Wolfrat
- Zaaknummer
18/4689 AOW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2020:2748, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 05‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Rijnvarendenovereenkomst voorziet niet in voorlopige toepassing van een wetgeving en bij toepassing van deze overeenkomst gelden niet de procedurevoorschriften van Vo 987/2009.
Samenvatting
Betrokkene heeft in de Rijnvaart werkzaamheden verricht op een schip van een Nederlandse exploitant en hij werkte toen in dienst van ondernemingen gevestigd in Luxemburg. De Svb acht het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing. Betrokkene stelt dat het Luxemburgse socialezekerheidsrecht van toepassing is.
De Raad oordeelt dat de Svb terecht heeft vastgesteld dat op betrokkene het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing is. De Raad volgt daarbij de Hoge Raad, die heeft geoordeeld dat de procedurevoorschriften van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.