Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.8.5.6
24.4.8.5.6 Creditering op de vennootschappelijke balans vormt geen bezwarende titel
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS363293:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. A.L. Mohr, Van maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap, Gouda Quint, Deventer, 1998, blz. 38. Vgl. HR 24 januari 1947, NJ 1947/71 (Rouma-Levelt). Zie ook: Asser/Maeijer 5-V (thans 7-VII), 1995, nr. 153.
De Hoge Raad heeft in zaken betreffende de inkomstenbelasting (in het bijzonder de investeringsaftrek) bij herhaling geoordeeld, dat de inbreng van een bedrijfsmiddel tegen creditering in de boeken van de firma, niet kan worden aangemerkt als een vervreemding tegen overdrachtsprijzen als bedoeld in art. 11 (oud), tweede lid, Wet IB 1964 (daarna: art. 61b (oud) lid 1 Wet IB 1964; thans: art. 3.47 lid 1 Wet IB 2001). Zie bijvoorbeeld: HR 10 maart 1982, nr. 20 942, BNB 1982/128 en HR 11 oktober 2000, nr. 35 196, BNB 2001/30.
De vraag komt op of de creditering van (de waarde van) hetgeen de vennoot heeft ingebracht op de kapitaalrekening van de betrokken vennoot, gezien moet worden als de “vergoeding” voor de inbreng. Met de creditering (het crediteringsbeding) wordt boekhoudkundig tot uitdrukking gebracht dat de inbrengende vennoot een aanspraak heeft op teruggave van het kapitaal ter grootte van de waarde van hetgeen hij heeft ingebracht. De creditering dient ertoe om de waarde van het ingebrachte ten tijde van de inbreng boekhoudkundig vast te leggen.1 Civielrechtelijk lijkt de creditering dan ook niet de vergoeding voor de inbreng te vormen. Ook in de inkomstenbelasting is dit niet het geval.2
Ik meen dat de creditering op de vennootschapsbalans niet de bezwarende titel voor de inbreng vormt. Creditering is slechts een boekhoudkundige vastlegging van een aanspraak van een vennoot. Aangezien de schuldigerkenning bij het aangaan van een geldlening ook niet de bezwarende titel voor het verstrekken van de lening vormt (de bezwarende titel wordt gevormd door de rente), is de creditering ook geen bezwarende titel.