NJB 2017/680:Feitelijk leidinggeven aan witwassen door het ʻverwervenʼ of ʻvoorhanden hebbenʼ van een voorwerp dat ʻonmiddellijkʼ afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf: de regel hieromtrent – namelijk dat een gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf, niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp – geldt slechts indien aannemelijk is dat de in de bewezenverklaring bedoelde geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf. In casu is door of namens de verdachte niet met voldoende concretisering aangevoerd dat deze geldbedragen afkomstig zijn uit een door hetzij de verdachte, hetzij de rechtspersoon en/of medeverdachte begaan misdrijf, terwijl uit de bewijsvoering van het hof evenmin rechtstreeks voortvloeit dat deze geldbedragen afkomstig zijn uit een door hetzij de verdachte, hetzij de rechtspersoon en/of medeverdachte begaan grondmisdrijf. Dat betekent dat voormelde nadere motiveringseisen niet van toepassing zijn