NJB 2023/1402
Bewijswaardering. Geloofwaardigheid. Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat de partij is geslaagd de gestelde nadere afspraak te bewijzen, berust op een waardering van het bewijsmateriaal en van de geloofwaardigheid van de stellingen van partijen, die is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt en in cassatie niet op juistheid kan worden onderzocht. Het oordeel is in het licht van de gedingstukken niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.
HR 26-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:774
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 2023
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/04365
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:774, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:842, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Bewijswaardering. Geloofwaardigheid. Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat de partij is geslaagd de gestelde nadere afspraak te bewijzen, berust op een waardering van het bewijsmateriaal en van de geloofwaardigheid van de stellingen van partijen, die is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt en in cassatie niet op juistheid kan worden onderzocht. Het oordeel is in het licht van de gedingstukken niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.
Partij(en)
Antea, adv. mrs. J.H.M. van Swaaij en J.M. Moorman, vs. CHL, adv. mrs. J.W.H. van Wijk en P.J. Tanja.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Tussen Antea ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.