NJ 1937/431
Onverplicht verrichte handeling? Cessie door een schuldenaar van al zijne vorderingen op afnemers aan zijn credietgever tot meerdere zekerheid van het verleende crediet en om opheffing van het crediet te voorkomen.
HR 08-01-1937, ECLI:NL:HR:1937:147, m.nt. Prof. E.M. Meijers (Van der Feltz q.q./Hoornsche Crediet- en Effectenbank)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 januari 1937
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Kirberger, de Menthon Bake, Meckmann
- Zaaknummer
[081937/NJ_1937-431]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Roepnaam
Van der Feltz q.q./Hoornsche Crediet- en Effectenbank
- JCDI
JCDI:ADS105485:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1937:147, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑01‑1937
- Wetingang
(BW art. 1377, Fw art. 42.)
Essentie
Onverplicht verrichte handeling? Cessie door een schuldenaar van al zijne vorderingen op afnemers aan zijn credietgever tot meerdere zekerheid van het verleende crediet en om opheffing van het crediet te voorkomen.
Samenvatting
Onverplicht verrichte handelingen als bedoeld in artt. 1377 B. W. en 42 Fw. zijn handelingen, die verricht worden, zonder dat daartoe eene op wet of overeenkomst steunende verplichting bestaat. Van zulk een verplichting is hier, volgens hetgeen het Hof als vaststaand heeft aangenomen, geen sprake.
Het Hof heeft dan ook de reden, waarom de cessie niet zou zijn eene onverplichte handeling van den schuldenaar, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.