V-N 2019/18.17
Niet-kentekenhouder moet uitleggen waarom hij bevoegd is bezwaar te maken tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
HR 29-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:440, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
De Groot, Overgaauw, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
18/00472
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43691:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:440, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1290, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2018
- Wetingang
art. 2:1, 6:5 en 6:6 Awb; art. 225 Gemw; art. 2 lid 3 BPB
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat iemand die bezwaar maakt tegen een aan een ander opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting moet uitleggen waarom hij bevoegd is bezwaar te maken.
Samenvatting
Een gemachtigde maakt namens belanghebbende, X, bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. X is de feitelijk parkeerder van het desbetreffende voertuig, maar niet de kentekenhouder. De naheffingsaanslag is opgelegd aan Y, de kentekenhouder van het voertuig waarvoor geen parkeerbelasting is voldaan. De heffingsambtenaar heeft aan de gemachtigde van X bericht dat de naheffingsaanslag is opgelegd aan Y en tot tweemaal toe verzocht een machtiging over te leggen, waaruit blijkt dat hij bevoegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.