Voorschottenregeling BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Voorschottenbesluit, zoals gewijzigd bij de Aanpassingsregeling BES BZK (16-09-2010, Stcrt. 15145). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
24-09-2010, Stcrt. 2010, 15092 (uitgifte: 08-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
1.
Op de krachtens artikel 1 onder a en f verleende voorschotten is een rente van acht ten honderd 's jaars verschuldigd.
2.
Op de krachtens artikel 1 onder c verleende voorschotten is tot het tijdstip, dat het gezinshoofd de reis heeft aanvaard een rente van acht ten honderd 's jaars verschuldigd, tenzij het voorschot wordt verleend ter voldoening van overtochtskosten van leden van het gezin van de ambtenaar, die door hem worden vooruitgezonden op een tijdstip waarop hij zelf recht heeft op vrije overtocht, doch daarvan geen gebruik kan maken omdat hem is medegedeeld, dat het met de belangen van de dienst onverenigbaar is hem op bedoeld tijdstip buitenlands verlof te verlenen.
3.
Indien aan een ambtenaar een voorschot krachtens artikel 1 onder c is verleend en betrokkene wordt medegedeeld, dat het met de belangen van de dienst onverenigbaar is hem met ingang van de door hem verzochte datum buitenlands verlof te verlenen, is, met ingang van de eerste van de maand volgende op die waarin de ambtenaar met verlof wenste te vertrekken, op het verleende voorschot geen rente meer verschuldigd.
4.
Indien aan een ambtenaar een voorschot krachtens artikel 1 onder d is verleend en betrokkene niet binnen 3 maanden na de datum van ingang van de overplaatsing of van afloop van de detachering een verzoek tot toekenning van een vergoeding voor de verhuizing, onderscheidenlijk een verzoek tot vaststelling van het bedrag der detacheringstoelage heeft ingediend, is met ingang van de eerste dag van de maand na het verstrijken van bedoeld 3-maandelijks tijdvak op het verleende voorschot een rente van acht ten honderd 's jaars verschuldigd.
5.
Indien het aan de ambtenaar krachtens artikel 1 onder d verleende voorschot meer blijkt te bedragen dan de hem toegekende vergoeding voor de verhuizing of dan de hem toegekende detacheringstoelage is met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de toekenning heeft plaats gehad op dat gedeelte van het voorschot een rente van acht ten honderd 's jaars verschuldigd.
6.
De wijze van betaling van de in de vorige leden bedoelde rente wordt door het bevoegd gezag bij de toekenning van het voorschot bepaald.