Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 408
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
28-11-2006, PbEU 2006, L 347 (uitgifte: 11-12-2006, regelingnummer: 2006/112/EG)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2006, PbEU 2006, L 347 (uitgifte: 11-12-2006, regelingnummer: 2006/112/EG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
Met de invoer van een goed waarvan wordt aangetoond dat het zich in het vrije verkeer in een van de nieuwe lidstaten of in de Gemeenschap bevond, wordt gelijkgesteld:
- a)
elke onttrekking, met inbegrip van een onregelmatige onttrekking, van een goed aan een regeling voor tijdelijke invoer waaronder het goed vóór de datum van toetreding onder de in artikel 406 vermelde voorwaarden werd geplaatst;
- b)
elke onttrekking, met inbegrip van een onregelmatige onttrekking, van een goed aan een in artikel 156 bedoelde regeling of situatie of een daarmee vergelijkbare regeling waaronder het goed vóór de datum van toetreding onder de in artikel 406 vermelde voorwaarden werd geplaatst;
- c)
het einde van een van de in artikel 407 bedoelde regelingen waarmee vóór de datum van toetreding op het grondgebied van een van de nieuwe lidstaten een aanvang werd gemaakt ten behoeve van een vóór die datum onder bezwarende titel verrichte levering binnen het grondgebied van een lidstaat door een als zodanig handelende belastingplichtige;
- d)
elke onregelmatigheid of overtreding die werd begaan tijdens een regeling voor douanevervoer waarmee een aanvang werd gemaakt onder de in punt c) bedoelde voorwaarden.
2.
Naast het in lid 1 bedoelde geval wordt eveneens met de invoer van een goed gelijkgesteld, het gebruik, na de datum van toetreding, binnen het grondgebied van een lidstaat door een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige, van goederen die vóór de datum van toetreding binnen het grondgebied van de Gemeenschap of een van de nieuwe lidstaten aan hem zijn geleverd, wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- a)
de levering van deze goederen is of kon worden vrijgesteld uit hoofde van artikel 146, lid 1, punten a) en b), of uit hoofde van een vergelijkbare bepaling in een van de nieuwe lidstaten;
- b)
de goederen zijn vóór de datum van toetreding niet ingevoerd in een van de nieuwe lidstaten of in de Gemeenschap.