Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 3.13
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2021
- Bronpublicatie:
09-09-2021, Stcrt. 2021, 40915 (uitgifte: 13-09-2021, regelingnummer: ACM/UIT/539196)
- Inwerkingtreding
14-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2021, Stcrt. 2021, 40915 (uitgifte: 13-09-2021, regelingnummer: ACM/UIT/539196)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De elektriciteitsproductie-eenheid is in staat om op het net aangesloten en in bedrijf te blijven binnen de volgende frequentiebanden en tijdsperiodes, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel i, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG):
- a.
in de frequentieband van 47,5 Hz tot 48,5 Hz gedurende 30 minuten;
- b.
in de frequentieband van 48,5 Hz tot 49,0 Hz gedurende 30 minuten;
- c.
in de frequentieband van 49,0 Hz tot 51,0 Hz gedurende onbeperkte tijd;
- d.
in de frequentieband van 51,0 Hz tot 51,5 Hz gedurende 30 minuten.
2.
Voor de frequentiegradiënt van elektriciteitsproductie-eenheden als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG) gelden de volgende drempelwaarden:
- a.
1 Hertz per seconde gedurende een voortschrijdend tijdsvenster van 500 milliseconden in het geval er sprake is van een synchrone elektriciteitsproductie-eenheid;
- b.
In afwijking van a. kan in overleg met de netbeheerder de drempelwaarde van de frequentiegradiënt voor een synchrone elektriciteitsproductie-eenheid lager worden vastgesteld;
- c.
2 Hertz per seconde gedurende een voortschrijdend tijdsvenster van 500 milliseconden in het geval er sprake is van een power park module.
3.
Indien een elektriciteitsproductie-eenheid geïntegreerd is in een industrieel productieproces, met dien verstande dat het afgegeven vermogen niet kan worden gewijzigd zonder verstoring van het productieproces, is het toegestaan om de activering van de FSM te relateren aan het in het (de) overdrachtspunt(en) van de aansluiting resulterende vermogen.
4.
De elektriciteitsproductie-eenheid is voor de gelimiteerde frequentiegevoelige modus — overfrequentie (LFSM-O) in staat om de levering van de frequentierespons te activeren, als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG), waarbij:
- a.
de frequentiedrempelwaarde instelbaar is tussen 50,2 Hz en 50,5 Hz (inclusief);
- b.
de instelling van de frequentiedrempelwaarde 50,2 Hz is;
- c.
de statiek instelbaar is tussen 4% en 12%;
- d.
de default instelling van de statiek 5% is;
- e.
de elektriciteitsproductie-eenheid bij het bereiken van het minimumregelniveau op dit niveau in bedrijf blijft;
- f.
in geval van een power park module is Pref, als bedoeld in figuur 1 van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG), gelijk aan het feitelijk gegenereerde werkzame vermogen op het moment dat de drempelwaarde van de LFSM-O is bereikt.
5.
Indien de technische mogelijkheden van de elektriciteitsproductie-eenheid daartoe aanleiding geven, wordt het toestaan van reductie van het werkzame vermogen beneden een frequentie van 49,5 Hz met een gradiënt van 10% van de maximale capaciteit bij 50 Hz per frequentiedaling met 1 Hz, als bedoeld in artikel 13, vierde en vijfde lid, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG) vastgelegd in de aansluit- en transportovereenkomst.
6.
Indien de netbeheerder eisen stelt aan de apparatuur waarmee het werkzaam uitgangsvermogen van een elektriciteitsproductie-eenheid op afstand binnen vijf seconden naar nul kan worden gereduceerd, als bedoeld in artikel 13, zesde lid, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG), maakt hij deze eisen openbaar door publicatie op zijn website.
7.
De elektriciteitsproductie-eenheid is in staat om automatisch aan het net te koppelen, als bedoeld in artikel 13, zevende lid, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG), indien:
- a.
de spanning groter is dan of gelijk aan 0,90 pu en kleiner dan of gelijk aan 1,10 pu;
- b.
de frequentie groter is dan of gelijk aan 49,9 Hz en kleiner dan of gelijk aan 50,1 Hz;
- c.
de minimum tijd dat de spanning en de frequentie zich binnen de in de onderdelen a en b genoemde bereiken bevinden 60 seconden is;
- d.
de maximum gradiënt van het werkzaam vermogen 20% is van de maximumcapaciteit per minuut.