RSV 2021/147:De bruteringsbevoegdheid van artikel 58, vijfde lid, tweede volzin, PW mag niet worden gebruikt als een vordering is ontstaan mede of geheel door toedoen van de bijstandverlenende instantie én de betrokkene niet kan worden verweten dat hij de vordering niet al heeft voldaan in het kalenderjaar waarin deze is ontstaan. Dit is een wijziging van de rechtspraak. In dit geval is de vordering mede door toedoen van het college ontstaan.