Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
Artikel 34 Rechtstreekse communicatie
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2008
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 104 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 182 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De centrale autoriteiten communiceren rechtstreeks met elkaar.
2.
In spoedgevallen kunnen rechterlijke autoriteiten, met inbegrip van officieren van justitie, van de verzoekende Partij verzoeken of mededelingen op grond van dit hoofdstuk rechtstreeks naar die autoriteiten van de aangezochte Partij zenden. In dergelijke gevallen dient tegelijkertijd via de centrale autoriteit van de verzoekende Partij een afschrift naar de centrale autoriteit van de aangezochte Partij te worden gezonden.
3.
Een verzoek of mededeling ingevolge het eerste en tweede lid van dit artikel dient te worden gedaan via de Internationale Politie Organisatie (Interpol).
4.
Indien een verzoek ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt gedaan en de aangezochte autoriteit niet bevoegd is tot afhandeling ervan, geleidt deze het verzoek door naar de bevoegde nationale autoriteit en stelt zij de verzoekende Partij daarvan onverwijld in kennis.
5.
Verzoeken of mededelingen ingevolge afdeling 2 van dit hoofdstuk die geen dwangmiddelen inhouden, kunnen door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Partij rechtstreeks worden toegezonden aan de bevoegde autoriteiten van de aangezochte Partij.
6.
De rechterlijke autoriteiten van de verzoekende Partij kunnen voorafgaand aan een formeel verzoek rechtstreeks ontwerp-verzoeken of mededelingen op grond van dit hoofdstuk aan de autoriteiten van de aangezochte Partij zenden, teneinde te verzekeren dat een formeel verzoek na ontvangst doeltreffend kan worden afgehandeld en voldoende informatie en ondersteunende stukken bevat om te kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten van de aangezochte Partij.