IER 2018/47
Doceram/CeramTec
HvJ EU 08-03-2018, ECLI:EU:C:2018:172, m.nt. zie ook 2018/44 (DOCERAM)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
8 maart 2018
- Magistraten
M. Ilešič (kamerpresident), K. Lenaerts, A. Rosas, C. Toader en E. Jarašiūnas (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: H. Saugmandsgaard Øe
- Zaaknummer
C-395/16
- Noot
zie ook IER 2018/44
- Roepnaam
DOCERAM
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS36086:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:172, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 08‑03‑2018
ECLI:EU:C:2017:779, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2017
- Wetingang
Art. 8 lid 1 Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001
Essentie
Doceram/CeramTec
Samenvatting
Uitleg techniekexceptie in het modellenrecht: bestaan alternatieve modellen niet doorslaggevend
Artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen moet aldus worden uitgelegd dat voor de beoordeling of uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald, nagegaan moet worden of die functie de enige factor is die bepalend was voor die kenmerken, en dat in dit verband niet doorslaggevend is of er alternatieve modellen zijn.
Artikel 8, lid 1, van verordening nr. 6/2002 moet aldus worden uitgelegd dat voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.