NJB 2019/702
Een door de raadsman ter terechtzitting gedane mededeling kan niet worden aangemerkt als een wettig bewijsmiddel als bedoeld in art. 339 lid 1 Sv en kan derhalve niet voor het bewijs kan worden gebezigd
HR 05-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:295
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02447
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:295, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:22, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2019
- Wetingang
(art. 339 Sv)
Essentie
Een door de raadsman ter terechtzitting gedane mededeling kan niet worden aangemerkt als een wettig bewijsmiddel als bedoeld in art. 339 lid 1 Sv en kan derhalve niet voor het bewijs kan worden gebezigd
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte en in strijd met art. 339 Sv voor het bewijs gebruik heeft gemaakt van een door de raadsman ter terechtzitting afgelegde verklaring.
Hoge Raad, o.a.:
2.3.
In zijn hiervoor onder 2.2.3 weergegeven overwegingen heeft het Hof geoordeeld dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de Audi A5 heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.