AB 2019/173
Bestuurlijke boete. Gevolgen van een onverplichte cautie. Vaststellen identiteit. Administratieve verplichtingen leiden tot wilsonafhankelijk materiaal.
ABRvS 18-04-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1301, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
18 april 2018
- Magistraten
Mrs. H. Troostwijk, H.G. Lubberdink, G. van der Wiel
- Zaaknummer
201700743/1/V6
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS35846:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Burgerzaken (V)
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1301, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 18‑04‑2018
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 5:10a Awb; art. 15a WAV
Essentie
Bestuurlijke boete. Gevolgen van een onverplichte cautie. Vaststellen identiteit. Administratieve verplichtingen leiden tot wilsonafhankelijk materiaal.
Samenvatting
Op het moment dat door de arbeidsinspecteurs de cautie aan appellant werd gegeven, wat inhoudt dat zij hem hebben medegedeeld dat hij niet tot antwoorden was verplicht, kwam hem het recht toe om zich op het zwijgrecht te beroepen. Het standpunt van de staatssecretaris, zoals hij dat ter zitting bij de Afdeling heeft ingenomen, dat het niet noodzakelijk was om al in dit stadium van het onderzoek in het kader van toezicht de cautie aan appellant te geven, wat daarvan ook zij, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.