Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/7.3.5
7.3.5 De eisen van een goede procesorde als open norm
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS376252:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie voor een omschrijving van open normen, met verdere literatuurverwijzingen, bijvoorbeeld Hesselink 1999, p. 37/38. Anders dan Hesselink meen ik dat er geen reden is om het begrip 'open norm' te reserveren voor wettelijke regels. Zie voorts Barendrecht 1992, p. 3 e.v. en Wiarda/Koopmans 1999, p. 27/28 en 41 e.v.
Vgl. WiardafKoopmans 1999, p. 27/28, waarin het begrip 'open norm' wordt gereserveerd voor voorschriften van een 'vrijwel alles aan de rechter overlatende aard'. Zie voor een veel ruimere opvatting van het begrip Loenen 1996, p. 126.
Asser 2000, p. 6.
Overigens zij hier opgemerkt dat het syllogistisch model van subsumptie van feiten aan een regel niet geschikt is als model voor de wijze waarop de rechter in concrete gevallen tot een rechtsbeslissing komt en dient te komen. Ook in geval een duidelijke regel voorhanden is, en duidelijk is dat die regel is gegeven voor toepassing op omstandigheden zoals die zich in het door de rechter te beslissen geval voordoen, is van een zuiver subsumeren van feiten geen sprake. Het oordeel dat die regel zich eenvoudig laat toepassen, is immers gebaseerd op de aanvaardbaarheid van de beslissing die in het betreffende geval door die toepassing tot stand komt. Zie Smith 1998, p. 130 en 201-203, Nieuwenhuis 1976 en Asser/Scholten 1974, p. 120-124. De eisen van een goede procesorde houden echter - buiten gevallen waarin door herhaaldelijke toepassing in vergelijkbare gevallen inmiddels een regel is ontstaan - nooit een dergelijke, op voorhand duidelijke regel in.
Vgl. Hesselink 1999, p. 37.
428. Als 'open norm' of 'vage norm' worden die normen aangemerkt waarvan de inhoud zich niet in abstracto laat vaststellen. De betekenis van dergelijke normen is afhankelijk van de omstandigheden van het geval waarin die norm wordt toegepast. Door toepassing wordt de norm geconcretiseerd.1 Uit de herhaalde toepassing van de norm in min of meer verschillende zaken kunnen vervolgens meer concrete regels - 'subnormen' - worden afgeleid, die op hun beurt de betekenis, de lading van de open norm waaruit zij zijn voortgekomen nader bepalen. Nu echter voor alle normen in meer of mindere mate geldt dat hun betekenis wordt vastgesteld in het licht van de omstandigheden van het geval waarin de norm wordt toegepast, verdient het aanbeveling de kwalificatie 'open norm' voor te behouden aan die normen, die zo onbepaald zijn, dat zij juist door die onbepaaldheid worden gekarakteriseerd.2
De goede procesorde laat zich als open norm in voormelde zin aanmerken. Uit het voorgaande bleek dat de (eisen van een) goede procesorde het handelen van rechter en partijen normeren, zonder dat de norm die met een beroep op de goede procesorde wordt gesteld op voorhand, los van de omstandigheden van het geval waarin dat beroep wordt gedaan, kan worden vastgesteld. Met Asser kan zelfs worden opgemerkt dat de goede procesorde (te meer als men daaronder ook, zoals hier, de verwijzingen naar een behoorlijke rechtspleging of procesvoering begrijpt) de belangrijkste open norm van het procesrecht is.3 Geen enkel ander vaag maar normatief begrip - men denke aan begrippen als 'een goede instructie van de zaak' en 'een eerlijk proces' - speelt in het procesrecht een grotere rol dan de goede procesorde.
De kenmerken van het begrip goede procesorde als open norm komen in de onderzochte uitspraken duidelijk naar voren. Ten eerste blijkt de goede procesorde zo onbepaald, dat het begrip normatief vermogen heeft - beter gezegd: normatief vermogen kan worden toegekend - in een op voorhand naar soort of inhoud niet of nauwelijks af te bakenen scala aan procesrechtelijke kwesties. De eisen van een goede procesorde spelen een rol bij de beantwoording van zeer uiteenlopende vragen. Bijvoorbeeld bij de vraag of een verzoek om pleidooi mag worden afgewezen en bij de vraag of een partij een rechtens voldoende belang heeft bij een vordering die enkel strekt tot het verkrijgen van een verklaring voor recht.4 Ten tweede blijkt bij die toepassingen van de goede procesorde de beslissing niet te volgen uit een eenvoudige subsumptie van feiten aan een regel.5 De rechter zal in het licht van de omstandigheden van het geval juist eerst die regel moeten vaststellen, nog daargelaten dat soms niet duidelijk is hoe de toe te passen regel precies luidt, maar dat wel duidelijk is welke beslissing zich het best met een goede procesorde verdraagt. De goede procesorde moet bij toepassing derhalve worden geconcretiseerd en hetgeen een goede procesorde eist is dan ook sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval waarin een beroep op de goede procesorde wordt gedaan. Of een goede procesorde zich bijvoorbeeld tegen een heropening van een getuigenverhoor verzet, valt op voorhand, zonder nadere normatieve invulling van het begrip 'goede procesorde', niet te zeggen.6 Evenmin kan zonder nadere invulling worden bepaald of de goede procesorde vergt, toestaat of zich ertegen verzet dat een bepaald verzuim kan worden hersteld.7 Noch de norm die ter beoordeling van een bepaalde situatie in de goede procesorde ligt besloten, noch het rechtsgevolg van een toepassing van de eisen van een goede procesorde kan kortom in het algemeen worden vastgesteld.8