JONDR 2019/286
'Raider attacks' in Moldavië. Bevoegdheid Nederlandse rechter bij vorderingen tegen verschillende gedaagden
HR (A-G) 11-01-2019, ECLI:NL:PHR:2019:123
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
11 januari 2019
- Zaaknummer
17/05852
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:443, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:123, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑12‑2017
- Wetingang
Essentie
Deze zaak betreft de vraag of de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is om op de voet van art. 7 lid 1 Rv kennis te nemen van vorderingen tegen verschillende gedaagden. Ook komt de vraag aan de orde of de Nederlandse rechter zijn bevoegdheid kan baseren op art. 9, aanhef en onder b en c, Rv. De aanleiding voor deze procedure is gelegen in de beweerdelijk onrechtmatige onteigening van aandelen (door middel van zogenoemde ‘raider attacks’) in verschillende vennootschappen in Moldavië.
Samenvatting
Eisers en X (verweerder sub 1) hebben vanaf 2000 geïnvesteerd in een drietal Moldavische financiële instellingen. Hun ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.