Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening van 23 oktober 2000, regelende het overgangsrecht ter gelegenheid van de invoering van de Boeken 1, 3 en volgende van het Burgerlijk Wetboek (P.B. 2000, 119), zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 508 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
1.
De bepalingen van de wet omtrent de rangorde waarin vorderingen uit de opbrengst van een goed moeten worden voldaan, gelden, behoudens het elders bepaalde, mede met betrekking tot vorderingen die op het tijdstip van het in werking treden van de wet bestaan.
2.
De wet is niet van toepassing op de rangorde bij de verdeling van de opbrengst van een goed dat op het tijdstip van haar in werking treden reeds ten behoeve van verhaal ter uitwinning is verkocht, noch op die bij de verdeling van hetgeen op een vordering op dat tijdstip reeds is geïnd.
3.
De wet is niet van toepassing op de rang van vorderingen die worden verhaald in iemands faillissement, indien zij in werking treedt nadat de rechter-commissaris overeenkomstig artikel 103 van het Faillissementsbesluit 1931 de dag heeft bepaald waarop die vorderingen uiterlijk ter verificatie moeten zijn ingediend.
4.
Het in werking treden van de wet heeft voor de dan bestaande vorderingen geen gevolg ten aanzien van de werking van een surséance van betaling, die voordien aan de schuldenaar voorlopig is verleend.