3.9.6 Aankondiging terinzagelegging

Voor een goede informatievoorziening voor derden, leden of aandeelhouders en zij die een bijzonder recht hebben jegens een rechtspersoon die partij is bij een splitsing, is niet alleen van belang dat zij toegang hebben tot de informatie die bij het handelsregister of ten kantore van de rechtspersoon – al dan niet elektronisch – ter inzage ligt, maar ook dat zij op de hoogte zijn van die terinzagelegging. Artikel 2:334h lid 3 BW bepaalt daartoe dat de partijen bij de splitsing in een landelijk verspreid dagblad moeten aankondigen dat (i) de bescheiden zijn neergelegd en raadpleegbaar zijn, (ii) bij welk handelsregister zij liggen of waar zij elektronisch toegankelijk zijn en (iii) waar de bescheiden ten kantore van de rechtspersonen liggen of elektronisch toegankelijk zijn. Indien een naamloze vennootschap of besloten vennootschap wordt gesplitst of wordt opgericht, kan de verkrijgende vennootschap bij bestuursbesluit tot splitsing besluiten op basis van artikel 2:334ff lid 1 BW (zie verder paragraaf 3.9.9.). Indien de verkrijgende vennootschap voornemens is bij bestuursbesluit tot splitsing te besluiten, moet dat voornemen worden vermeld in de aankondiging dat het voorstel tot splitsing is neergelegd (artikel 2:334ff lid 2 BW). Indien de splitsende vennootschap bij bestuursbesluit tot splitsing besluit op basis van artikel 2:334ff lid 4 BW, hoeft dat voornemen niet te worden aangekondigd.1 Ook al zijn de landelijk verspreide dagbladen heden ten dage ook elektronisch beschikbaar, de aankondiging van de neerlegging in een landelijk verspreid dagblad doet enigszins ouderwets aan.2 Toch is de aankondiging in het landelijk verspreid dagblad nog steeds vereist en is elektronische aankondiging vooralsnog (nog) niet mogelijk.